Eindelijk was het zover! Het examen stond gepland voor 27 april om 15:00 uur. Fred zou mijn examinator zijn. Met Fred had ik ook mijn allereerste proefvlucht gemaakt. Ik moest van Fred een vlucht naar Balen-Keiheuvel (Belgie, EBKH) voorbereiden. Gelukkig had ik voor mijn PLT ook al een vlucht door Belgie gepland, dus de specifieke regelgeving van Belgie zat nog wel vers in mijn hoofd.
Op de club aangekomen wilde ik nog even de vluchtvoorbereiding afmaken, maar Fred stond al aan mijn tafel. Hij dacht dat het examen om 14:00 uur zou beginnen. Daardoor voelde ik me wel enigszins opgehaast, maar haast is (bijna) nooit goed bij het vliegen, in ieder geval niet bij de voorbereiding. Dus toch maar even de laatste dingen doorgenomen en toen met Fred gaan zitten.
Eerst heeft Fred het een en ander gevraagd over emergencies en de werking van het toestel. We zijn behoorlijk lang doorgegaan op de werking van de FADEC (Full Authority Digital Engine Control), dat is de computer die het motormanagement van het toestel regelt. Vervolgens heb ik de vluchtvoorbereiding doorgesproken en heeft hij er nog wat vragen over gesteld.
Daarna zijn we gaan vliegen. Ik heb alle vliegtuigpapieren gecheckt en meegenomen en tijdens de workaround stelde Fred nog wat vragen over het toestel. Er zat nog voldoende brandstof in dus we konden meteen vertrekken. Het weer was ten noorden van Rotterdam prima, maar ten zuiden van Rotterdam waren er ook wat buien. Er hing er een boven het centrum van Rotterdam, maar daar vlogen we met de Romeo departure netjes omheen tot Dordrecht. Van Dordrecht vlogen we naar de Moerdijkbruggen, want dat was de eerste ‘leg’ van de vlucht. Bij de Moerdijkbruggen aangekomen bleek dat de wind iets minder hard was dan verwacht, waardoor ik minder ging opsturen voor de volgende ‘leg’ naar Breda.
Bij Breda liet Fred me uitwijken naar Seppe. Ik ging koers 320 vliegen, omdat ik wist dat dat ons ten noorden van Seppe zou brengen. Al snel zag ik Etten-leur liggen en de skibaan bij Rucphen, en toen zag ik het veld al liggen. Bij Seppe hebben we drie landingen gemaakt: een gewone landing, een flapless landing en een doellanding. De eerste was met aardig wat crosswind en was nogal slordig. Daar was ik niet blij mee. De tweede ging al veel beter en de doellanding ging gelukkig erg goed.
Vervolgens zijn we weer richting Rotterdam gevlogen. Op weg deden we nog een stall-oefening, steile bochten en Fred trok ook het gas dicht om een noodlanding te doen. Alles kwam goed uit en op 500ft mocht ik al weer optrekken om richting Rotterdam te vliegen.
Boven ‘Papa’ (St. Franciscus Gasthuis) moest ik een ‘360’ doen om wat separatie te realiseren tussen twee kisten die wilden opstijgen van Rotterdam. Vervolgens mocht ik op 1000ft het veld ‘crossen’ en toen trok Fred boven de baan het gas dicht. Snel in zweefvlucht gebracht en via downwind, base op final gezet. Prima net over de drempel zachtjes geland. Dat ging goed.
Toch wel wennen zo’n examen; een instructeur geeft doorgaans altijd direct feedback, maar bij een examen natuurlijk niet. Daardoor was het voor mij nog wel spannend. Het was lastig weer, met best wat turbulentie en vlagerige wind en buien. Ik had hard moeten werken.
Bij het nabespreken vroeg Fred eerst wat ik er van vond. Dat is ook wel een van de dingen die ze beoordelen tijdens het examen: het ‘goed vliegerschap’ houdt ook in dat je kritisch moet zijn op je eigen functioneren. Ik heb aangegeven dat de landingen (de eerste 2) niet super waren en dat ik ook wel zenuwachtig was. Verder ging het wel ok. Fred gaf aan dat de eerste crosswind-landing niet netjes was. Ook vond hij dat ik meer om een bui heen had moeten vliegen bij Seppe. Maar alles was toch voldoende voor het examen: ik was geslaagd!
Ik ga binnenkort dus nog een lesje nemen als er een goede crosswind staat, zodat ook die landingen er goed in zitten. Nu eerst het brevet aanvragen!
De GPS-plot: